Tuesday, March 3, 2009

Saudade

(Português em baixo.)

Mijn broer zingt al jaren in een kamerkoor dat de naam Saudade draagt. De site legt uit dat dit een Portugees woord is voor "Weemoedig verlangen naar mensen en ervaringen die nog slechts als mooie herinnering bestaan."

Dat klinkt poetisch, maar in Brazilie is het een alledaagse uitdrukking. "Eu estou com saudades de você" (letterlijk: ik ben met saudade voor jou) betekent simpelweg: 'ik mis je'. Je schrijft het je geliefde als je haar een dag niet hebt gezien, of je vrienden als ze twee weken op vakantie zijn.

Saudade geldt als een woord dat enkel in het Portugees bestaat, analoog aan het Nederlandse "gezellig". Voor de Portugese lezers: gezellig is een bijvoegelijk naamwoord (substantief: gezelligheid), dat een aangenaam opgewekt samenzijn uitdrukt.

Beroemd is het verhaal dat Inuit (Eskimos) 100 woorden hebben voor sneeuw in al zijn verschijningsvormen, omdat voor hen sneeuw meer finesses zou hebben. Dat is een broodje-aap verhaal, en bij nader inzien is dat logisch. Heeft Brits ongelofelijk veel woorden voor regen, of heeft Brazilie duizend-en-een termen voor bier?

Het is veel eerder omgekeerd.

Feestjes worden hier gesmeerd door diverse lagen van alcohol en sociale omgangsvormen, zodat een willekeurig samenzijn, ongeacht of dat met levensvrienden of wildvreemden is, tot gezelligheid leidt. Wat vanzelfsprekend is behoeft geen speciale terminologie, dus mist het Portugees een term voor gezellig. De dag na een willekeurig feestje ben je natuurlijk de gemiddelde wildvreemde allang weer vergeten, maar voor wie een onuitwisbare indruk heeft achtergelaten, voor diegene voel je Saudade, en de hoop die in Saudade leeft is dat het samenzijn herhaald zal worden.

Precies twee jaar geleden heb ik Nederland verlaten. Er zijn een paar hartsvrienden aan wie ik nog regelmatig denk, en die ik -zelden- bel, maar ik ben het contact de meeste kennissen wel kwijt. Uit eigen ervaring weet ik nu hoe makkelijk een leven los te laten is, als je van biotoop wisselt. Hoe dat afscheid voor het thuisfront was, heb ik minder goed begrepen.

Tot deze maand, waarin ik nader kennis gemaakt met Saudade.

Ze was grappig, slim, altijd opgewekt en ongelofelijk knap. En met haar vloeiende Italiaans ging ze over twee maanden voor een half jaar op uitwisseling naar Italië. Vandaag is ze 5 weken weg.

Inmiddels heb ik al een spectrum van gevoelens doorlopen. Nazoemen van een gedenkwaardig afscheid, met allerlei lieve voornemens. Het holle gevoel dat een deel van je leven verdwenen is. Irritatie over het uitblijven van nieuws. In het hoofd een eindeloze film van romantische herinneringen. De frustratie dat die gedachten nergens toe leiden. Acceptatie. Verwondering over het ondenkbare feit dat verliefdheid ook weer kan weg-ebben.

Herinneringen komen nooit alleen: denkend aan mijn grootvader, herinner ik me ook dat hij dementeerde, en dat ik uit lafheid hem de laatste drie jaar van zijn leven niet meer durfde te bezoeken. Denkend aan de mooie momenten met mijn vriendinnetje in Nederland, realiseer ik me ook waarom het niet kon werken. Dat ik mijn CV inleverde op een conferentie in Porto Alegre, wat uiteindelijk tot mijn emigratie leidde. Associaties die een herinnering een plaats in je leven geven.

Ooit zal dit ook zo'n herinnering zijn, maar op dit moment ben ik weer terug bij bijna-af: ik bevind me tussen dat open moment tussen de eerste kennismaking en het tweede afspraakje. Het afspraakje is echter pas over een half jaar, en in plaats van de verrassing van een dagelijks sms-je sijpelt er af en toe een mailtje door via het internet.


Português

Há anos, meu irmão canta num coral de câmera chamado Saudade. O site explica que isso é uma palavra portuguêsa para "O desejo melancólico por pessoas e experiências que só existem como lembranças bonitas".

Isto parece poético, mas, no Brasil, saudade é uma expressão ordinária. 'Eu estou com saudade de você' se traduz em holandês simplesmente como 'Ik mis je'. É o que se escreve para sua namorada quando não a viu por um dia, ou para amigos que estão em férias por duas semanas.

Saudade é considerada uma palavra que só existe em português, análoga á palavra Gezellig do holandês. Para os leitores brasileiros: gezellig é um adjetivo (substantivo: gezelligheid) que indica estar juntos numa forma agradável e levemente animada.

É famosa a história de que os Inuit (os Esquimós) têm mais que cem palavras para todas as aparências de neve, porque para eles a neve tem uma sutileza que a gente perde. É uma lenda urbana, e pensando bem, isso não é nenhuma surpresa. O britânico tem incrivelmente muitas palavras para chuva? O brasileiro tem mil-e-um jeitos para descrever cerveja?

É muito mais o inverso.

Festas aqui são lubrificadas com diversas camadas de álcool e etiquetas sociais. Assim, qualquer encontro, seja com amigos do peito, ou completamente desconhecidos, leva à gezellig-eza. O que é lógico não precisa de terminologia especial, então ao português falta uma expressão para gezellig. Claro, no dia seguinte à festa, você já esqueceu o total-desconhecido médio, mas quem deixou uma impressão inesquecível, dessa pessoa você sente saudade, e a esperança que vive na saudade é que o encontro pode se repetir.

Faz exatamente dois anos que eu sai da Holanda. Tem uns amigos do peito que ainda estão nos meus pensamentos do dia-a-dia, e para quem eu -raramente- ligo, mas perdi o contato com a maioria dos conhecidos. Então por experiência própria eu sei quão fácil é romper com uma vida quando se muda de habitat. Contudo não havia entendido como foi a despedida para quem ficou.

Até este mês, quando eu conheci a saudade.

Ela era engraçada, inteligente, sempre animada, e incrivelmente linda. Com o italiano fluente dela ia fazer um intercâmbio por meio ano dali a dois meses. Hoje, ela está fora a 5 semanas.

Já passei por um espectro de emoções. O êxtase de uma despedida memorável com as mensagens cheias de intenções lindas. O sentimento vazio que uma parte da sua vida sumiu. Irritação sobre falta de notícias. Na cabeça um filme sem fim de lembranças românticas. A frustração que essas não levam a nada. Aceitar. O espanto com o fato inimaginável de que a paixão pode esvaziar também.

Lembranças nunca estão sozinhas. Pensando no meu avô, eu também me lembro que ele se tornou demente, e que eu, por covardia, não me atrevi visitâ-lo nos ultimos três anos da vida dele. Pensando nos momentos bons com minha namorada na Holanda, eu também percebo por que não podia dar certo. Quando eu entreguei meu currículo numa conferência em Porto Alegre, que isso no fim levou à minha emigração. São associações que põem as lembranças no lugar dentro da sua vida.

Um dia, este momento será uma lembrança assim também, mas agora eu quase estou de volta ao início. Estou neste momento aberto entre o primeiro encontro e a segunda saídinha. Só que a saídinha vai ser daqui a meio ano, e em vez de ser surpreendido por mensagens no meu celular todo dia, só se infiltra um email pela internet de vez em quando.


[Sou obrigado a Felipe, João e Adriano pela ajuda com o português]

Tuesday, February 17, 2009

Requiescat in Pacem: Harry Potter (2003-2009)

Mijn kekke brilletje is niet meer.

Na jaren trouwe dienst heeft een van de pootjes het begeven. Ik heb me dus een nieuw gezicht aangeschaft. Dat heeft het voordeel dat niemand me nu nog Harry Potter gaat noemen, en het nadeel dat ik niemand meer in pornografisch virtuoos Portugees hoef uit te leggen wat ze met mijn toverstokje mogen doen.

Rood is de kleur van geluk, dat geldt ook voor brillen.



Meus óculos bacanas faleceram.

Depois de muitos anos de serviço fiel, uma das alças dele quebrou. Então eu me comprei um rosto novo. Tem a vantagem que ninguem mais vai me chamar de Harry Potter, e a desvantagem que não preciso mais explicar para ninguem em um português virtuosamente pornográfico o que exatamente eles podem fazer com a minha varinha mágica.

Vermelho é a cor de boa sorte, isso vale também para óculos.


Monday, December 1, 2008

Verhuisd!

Ik weet het, deze blog is te lang stil geweest... Gelukkig heb ik wat nieuws te melden. Ik ben verhuisd, weg van de inferno van een van drukkere Avenida's van Belo, ben ik neergestreken in een wat rustiger deel van dezelfde sjieke buurt. Wellicht is de buurt te sjiek: mijn schuin-tegenover buren zijn dermate paranoide dat ze een gewapende nachtportier hebben. Op de andere hoek zit een trendy cafe (met bijbehorende aangeschoten stamgasten), maar over het algemeen kan ik nu wakker worden met het geluid van vogeltjes in plaats van optrekkende bussen. Overdag kan ik mezelf horen denken voor de verandering, en in de keuken heb ik ruimte genoeg om een paar pannen vies te maken zonder af te hoeven wassen. Ga hierheen voor wat fotootjes.

Monday, December 17, 2007

Carnalfenas

Carnaval is een grote happening in Brazil; het enige probleem is dat het slechts eens per jaar is. Daar is gelukkig een oplossing op verzonnen: door het jaar heen zijn er Micaretas, carnavalsfeesten "buiten het seizoen", onder andere ook in Alfenas, een stadje in het zuiden van Minas Gerais. Begin november ben ik met collega's afgezakt naar het zuiden om dit mee te maken.

Een van mijn collega's is lid van De Watermeloenen (Os melancias) een groep feestbeesten die systematisch 's-lands carnavalsfeesten afschuimen. Daarbij zijn ze uitgedost met een uitgeholde watermeloen als helm, en een shirt met opruiende teksten ("Meisje, als je watermeloen eet, slik je dan of spuug je de zaadjes uit?"). De sport van een carnavalsfeest is zoveel mogelijk meisjes zoenen. Dat heeft tijdens carnaval ongeveer de intimiteitswaarde van handen schudden. Behalve jarenlange ervaring beschikt De Watermeloen over een onuitputtelijke voorraad hartvormige lollies, het attribuut bij de openingszin "ik bied je mijn hart in ruil voor een kusje".

Ik was dit jaar een aspirant melancia. Met een geleend shirt, holle meloen en een broekzak vol lollies heb ik onderzoek gedaan hoever ik van Nerd tot Casanova was gevorderd. Vermeldenswaard is dat ik blijkbaar overtuigend vloeiend ben geworden. Een locale schoonheid geloofde niet dat ik een Nederlander was. "Não mentirá! Você é Mineiro!", dus "Je zal niet meer liegen! Je komt uit Minas Gerais". Een goede vriend van me legde me ooit uit dat je vrouwen altijd gelijk moet geven, dus hortend en stotend gaf ik toe dat ik in werkelijkheid Fernando da Silva heette, en geboren was in São João del Rei. En of ik met dat idiote accent kon ophouden. Tja, als je niet mag praten, dan moet je wel zoenen...

Carnalfenas is "indoor" wat betekent dat het op een afgesloten terrein plaatsvindt, maar net zo goed kan natregenen. Net als bij een echt Braziliaans carnaval rijdt er een ghettoblaster ter grootte van een truck (de zgn. Tri-eletrico) rond waarboven een band Axé speelt, een Braziliaanse muziekstijl die harmonisch net zo verfijnd is als Nederlandse carnavalsmuziek, maar wel een Zuid-Amerikaanse ritmische drive bezit. De tri-eletrico rijdt eindeloze langzame rondjes rond het terrein, en de bezoekers zwermen samen rond de truck.

Mijn favoriete schrijver Belcampo schreef ooit een verhaal over een toekomst waarin mensen in fabrieken werden geproduceerd in slechts 12 standaardgezichten. Om individuen herkenbaar te maken droeg eenieder altijd maskers. Slecht één dag per jaar was er een uitzondering: met carnaval nam ieder het masker af, en kon zich te buiten gaan in de anonimiteit van zijn eigen gezicht.

Hier moest ik aan denken, want bij Carnalfenas is het traject van de tri-eletrico het meest gewild, en de organisatie heeft daar handig op ingespeeld: het deel waar de truck rijdt kan je slechts betreden met een abadá, een speciaal shirt dat 75 real (30 EUR) per avond kost. Rond de band is er dus een eindeloze meute gelijk gekleedde jongens en meisjes. Zonder shirt kan je voor 20 real het centrale deel betreden. Potige beveiligingsjongens zien er op toe dat de arme sloebers daar ook blijven.

Zoals gezegd, de sport is jagen op zoenen, en meisjes zijn daarbij het opgejaagde, maar soms gewillige, wild. Ondanks de tips van de festival-folder ("Grijp een vrouw niet met geweld") gaat dat niet altijd even zachtzinnig. Mocht een jongen per ongeluk een vergezelde dame proberen te grijpen, dan verontschuldigt hij zich. Dat doet hij jegens de vergezellende heer, en niet de dame. Dat is een kant van machismo die waar ik eerder niet bij stilstond: machismo-mannen tonen onderling blijkbaar wel een soort respect.

Tijdens deze uitstap had ik blijkbaar enige bacteriën opgelopen, wat mij achteraf tot een doktersbezoek noopte. Dat is in Nederland altijd een bezoeking: de huisarts heeft spreekuur in de ochtend, en om daar een plekje te bemachtigen moet onchristelijk vroeg opstaan om tussen 19:30 en 19:32 de doktersassistente --immer in gesprek-- telefonisch te pakken krijgen. Hier in Brazil (met particulier ziektekostenpasje) was dat verbazingwekkend veel makkelijker: je kan met je simpele keelinfectie naar de eerste hulp van het ziekenhuis twee blokken verderop gaan, waar er 24 uur per dag een dokter klaarstaat.

Tuesday, September 4, 2007

Decadentie

Ik ben gedurende twee weken terug in Nederland. Licht nerveus stapte ik eergister in het vliegtuig, maar inmiddels ben ik vooral verbaasd, door totale afwezigheid van vreugde over herzien van het verloren vaderland. In een halfjaar verandert er weinig. Goed: de NS automaten hebben lezers voor de nieuwe OV-chipkaart, maar gelukkig bericht de Sp!ts trouw dat de invoering ervan waarschijnlijk weer wordt
uitgesteld.

In tropische landen lijken kleuren briljanter door de felle zon, maar met een zachte septemberzon is ook Nederland briljant: regendruppels schitteren overal op hel-groene bomen en planten.

Verder is ons land beklemmend en overweldigend. Beklemmend door de enorme hoeveelheid mensen in volle treinen, smalle wegen en dichtgebouwde steden. Overweldigend, want in Nederland is kleding een vorm van expressie. Een blik in de mensenmassa overweldigt niet alleen door de mensendichtheid, maar vooral ook door de kleurenorgie die gedragen wordt.

Je kan in het buitenland vanalles missen: de complexiteit van een Franse boerencamembert, de akoestiek van het concertgebouw en de muzikale basiskennis van orkesten die er spelen. En, belangrijker maar minder kwantificeerbaar, de vertrouwdheid van vrienden die je zonder mededogen durven afzeiken, omdat ze weten dat je daar stiekem van geniet.

Die luxe gaat verder dan de blote aanwezigheid. De grootste luxe is keuzevrijheid: in je uppie thuis een CDtje blijven luisteren met een stuk bezorgde pizza erbij, omdat die dag je hoofd toevallig niet staat naar diepe vriendschap, haute cuisine of geraffineerde muziek. Die luxe heb ik deze twee weken helaas niet, en dus zijn al mijn avonden bezet met contact met vrienden. Andere Nederlandse geneugten moet ik me op de middagen laten smaken, wanneer mijn inmiddels grotendeels verburgerde kennissen werken.

In elk geval ben ik op dinsdagavond 11 september vanaf 19:00 in cafe Olivier voor een borrel om te kijken hoeveel mensen deze blog lezen.

Wednesday, August 22, 2007

Bezoekende collega's vragen me altijd hoe ik hier terecht ben gekomen. Mijn standaard antwoord is dan: "ik was op een conferentie in Brazilië, en mocht mijn CV tegen een T-shirt ruilen. Toen leek dat een goede deal". Als men uitgelachen is voeg ik er eerlijkheidshalve aan toe dat ik daarvoor was uitgebraakt door het recruitingproces bij Google in Zurich.

Onderdeel van dat proces waren telefonische interviews. Die worden altijd afgesloten met een vragenrondje voor de sollicitant. Door die gesprekken werd ik pas echt enthousiast over werken bij Google. Niet gehinderd door kennis over de visum-problematiek in de VS heb ik toen doodleuk een sollicitatie voor een positie in Amerika gedaan. Op advies van mijn koperkameraad Bart, gepokt en gemazeld in de technologiesector, heb ik uiteindelijk een email voor een positie in het hoofdkantoor in Mountain View (in Silicon Valley) op de digitale bus gedaan.

Dat was toen tevergeefs, maar afgelopen juli zag ik eindelijk wat ik gemist had. Dat blijk niet veel te zijn. Mountain View is ongeveer een uur treinen ten zuiden vanaf San Francisco. In Silicon Valley worden eindeloze parkeerplaatsen afgewisseld met franchise fast-food restaurants, en huizen van een onverstelbare voorstedelijke kneuterigheid. Het oogt als het decor voor een slaapverwekkende Amerikaanse familiefilm.

Als je om 1 uur 's nachts door het slaperige dorp heen fietst, kom je diverse patrouillerende politieauto's tegen; heel benauwend voor mijn Hollandse instinct om overal door rood te fietsen. Geert Wilders zou zich ongetwijfeld thuis voelen, want er is geen hoofddoekje te bekennen. Wel is er een duidelijke raciale scheiding te zien: de programmeurs zijn grotendeels van Aziatische afkomst (Chinees of Indiaas), het keuken- en schoonmaakpersoneel spreekt Spaans, en bij veel van de potige beveiligingsjongens en -meisjes zijn sporen van Afrikaanse voorouders zichtbaar.

Al met al een licht beklemmende omgeving, die slechts draagbaar wordt door je te goed te doen aan de uitstekende gratis bedrijfsrestaurants, bij voorkeur in gezelschap van andere Braziliaanse ex-pats. Voor de rest valt er weinig te beleven, behalve hard werken, en dat heb ik dan ook gedaan.

Sunday, July 1, 2007

Foto's



Mocht je willen weten hoe ik woon:

















Ik woon bijna alleen, net als in Utrecht. In Nederland had ik slakken en muizen als inwonende gasten. Nu heb ik een schattige gekko. Voordeel van gekko's boven naaktslakken is dat ze snel zijn, snel genoeg om weg te zoeven als je er onverhoeds bovenop gaat staan.